Grotere legodoos voor crisisbeheersing
In het Regionaal Beleidsplan 2024-2027 ‘Focus op veiligheid, vandaag én morgen’ zijn 12 opgaven uitgewerkt waar VRHM mee aan de slag moet. Deze opgaven vormen – naast de dagelijkse werkzaamheden – het kompas voor de toekomst. In dit artikel vertellen we meer over de opgave ‘wij hebben een moderne crisisorganisatie’.

Robert Zweegman is senior adviseur crisisbeheersing en samen met Leendert Klok programmamanager van deze opgave. Gevraagd naar wat we eigenlijk verstaan onder een moderne crisisorganisatie, antwoordt hij: “Een organisatie die in staat is om zichzelf steeds weer opnieuw uit te vinden.” Dat is nodig, want de maatschappij krijgt steeds vaker te maken met nieuwe, onbekende crisistypen. “Naast kortdurende en lokaal georiënteerde flitsrampen – waar we van oudsher op zijn ingericht – willen we ook het verschil kunnen maken tijdens langdurige, bovenregionale crises.”
Langer betrokken
Er zijn een aantal verschillen te duiden. Robert: “Onze reguliere incidentbestrijding kent een duidelijke structuur: er komt een melding binnen bij de meldkamer, we rukken uit, we maken het incident beheersbaar, we dragen de verantwoordelijkheid over naar een andere partij en we vertrekken weer. Bij een langdurige crisis zijn wij veelal niet de autoriteit die bepaalt wat er gebeurt, zoals bijvoorbeeld bij het blussen van een brand wél het geval is. We moeten samenwerken. Bovendien is niet altijd duidelijk wanneer de crisis is begonnen, zijn we langer betrokken en kunnen niet snel overdragen. Als veiligheidsregio moeten we tijdens een dergelijke crisis onderkennen wat onze opdracht en rol is en wie we nodig hebben om de opdracht uit te voeren.”
Het veranderende speelveld vraagt om aanvullende competenties binnen de crisisorganisatie. “Wie aan tafel moet zitten, is steeds vaker afhankelijk van het type crisis”, zegt Robert. “Daar kunnen ook partijen bij zitten die we nu nog niet goed kennen. Een voorbeeld is de samenwerking met de GGD tijdens de coronapandemie. En tijdens de crisisopvang van asielzoekers en Oekraïense vluchtelingen hadden we ineens ook te maken met het COA en de IND. We moeten energie steken in de verbreding van ons netwerk. Met wie moeten wij contact leggen? Wat verwachten we van elkaar? Het vertrouwen kweken om samen te werken als dat nodig is. Dat vraagt om toelichtingskracht en overtuigingskracht.”
Volhoudvermogen
Nieuw is ook dat de sector Bedrijfsvoering wordt betrokken bij de crisisorganisatie. Robert: “We zien dat er tijdens andersoortige crises behoefte is om snel spullen te kopen of direct extra ICT-middelen in te zetten. Als we extra mensen nodig hebben, leveren we die dan zelf of gaan we werk uitbesteden? Ook ons volhoudvermogen vraagt om aandacht. Als de samenleving wordt getroffen door een ramp, kunnen onze eigen mensen dan aan het werk blijven? Voor al die vraagstukken hebben wij Bedrijfsvoering nodig. Daarnaast doen onze incidentbestrijders vaker niet-regulier werk. Denk aan de thuisvaccinaties tijdens de coronacrisis en de crisisopvang van vluchtelingen in sporthallen. We beschikken over veel uitvoeringskracht, maar is dat voldoende voor de crises van morgen? We willen inventariseren wat we al in huis hebben en hoe we dat beter kunnen inzetten.”
Naast competenties om een netwerkorganisatie te zijn en slagkracht in de uitvoering, wordt ook de informatiepositie van de crisisorganisatie verbeterd. “In tegenstelling tot een flitsramp is er bij een moderne crisis vaak niet één aanwijsbaar moment waarop het begint. Een moderne crisis sluimert, we kunnen het zien aankomen. We willen ons beter voorbereiden door de risico’s uit ons risicoprofiel te monitoren. Met het Veiligheidsinformatieknooppunt (VIK) zijn we – samen met Veiligheidsregio Haaglanden – een tool aan het inrichten om verdachte risico’s nauwlettend te volgen. Over actuele thema’s kunnen we dan een dagelijkse update geven. Dat is een mooie signaalfunctie, waarmee we eerder een crisisteam bij elkaar kunnen brengen.”
Passende stukjes
Het programma om de crisisorganisatie te versterken kent een open einde. Robert: “We leveren geen stuk graniet op. De crisisorganisatie moet een legodoos zijn waaruit je de stukjes kunt halen die passend zijn voor een bepaald type crisis. En waaraan je ook weer nieuwe stukjes kunt toevoegen voor de crises die we nog niet kennen. Voldoende uitdagingen dus om de komende jaren, samen met onze partners, energie in te steken.”
Ga terug